Kattencontrole in 5 stappen

Een kat kan een klacht of ziekte soms goed verbergen. Zo lijkt het alsof er niets aan de hand is. Gelukkig kun je je kat na wat oefening eenvoudig zelf controleren. Regelmatig thuis een Kattencontrole doen helpt om je kat beter te leren kennen. Zo merk je het sneller als er iets mis is en bescherm je wat dierbaar voor je is.

Zo doe je zelf de Kattencontrole

Zoek een rustig plekje en zorg dat je kat ontspannen is en gewend aan aanraking. Het is belangrijk dat je kat zo min mogelijk stress ervaart. Pak het rustig en stapje voor stapje aan. Als je kat op zijn gemak is, kun je proberen steeds iets meer te onderzoeken.

1. Van een afstandje 

Bekijk je kat op een relaxte plek. Bijvoorbeeld als ze rustig op de bank ligt of op haar eigen plekje in de vensterbank. Is ze alert? Of juist ontspannen? Reageert ze op jouw aanwezigheid of op geluiden? Tel ook eens mee met de ademhaling. Je kat ademt in rust normaal gesproken zo’n 20 tot 40 keer. 

Katten laten pijn slecht zien. Leer jezelf aan op bepaalde signalen te letten. Zo kunnen katten die pijn hebben rusteloos zijn en vaker een andere ligplek zoeken. Je kan op de houding letten, een gebogen ruggetje bij buikpijn bijvoorbeeld. Daarnaast kunnen ze ook agressiever reageren dan ‘normaal’. Een kat die ongemak ervaart kan ook stoppen met zichzelf te verzorgen. De vacht ziet er dan minder glanzend uit of ze krijgt klitten. Ook kan je kat zich gaan verstoppen. Zo zijn er nog veel meer dingen die erop kunnen wijzen dat je kat zich niet top voelt.  

2. Bek & neus 

Kijk goed naar je kat. Zie je gekke bultjes of plekjes rondom de bek en het neusje? Als jouw kat buiten komt kan het wel eens zijn dat ze wat wondjes op de kop heeft. Houd deze goed in de gaten.  

Bek 

Katten vinden het niet altijd fijn dat er in hun bek wordt gekeken. Dit kan liggen aan de gevoeligheid van de snorharen. Zorg ervoor dat je dit rustig doet en aai haar over haar koppie om vervolgens de lip van onderen iets omhoog te doen. Zodat je kan zien hoe de tanden eruit zien. De binnenkant van de lippen in de bek noem je het slijmvlies. Let op de kleur van het slijmvlies. Sommige katten hebben hier pigment, maar wanneer dit niet het geval is, hoort dit roze/lichtroze van kleur te zijn. Als je dit regelmatig checkt, dan zie je goed wat de normale kleur is. En wanneer het afwijkt.

Een rode rand langs de tanden kan duiden op tandvleesproblemen en mogelijk een tandprobleem. Dan is het verstandig om naar de dierenarts te gaan. 

3. Oren & ogen 

Ogen 

Kijk goed naar de ogen van je kat. Zijn ze mooi schoon? De oogjes horen vochtig te zijn, maar de haren rondom de oogjes niet. Als je kat veel knijpt met haar oogjes, dan kan het zijn dat er iets in het oog zit of dat het hoornvlies beschadigd is. Dit komt vaker voor bij katten die met andere katten vechten of veel door struiken of bosjes lopen. Let ook op of er geen waas op de ogen zit. En of de pupillen gelijk zijn bij beide ogen.  

Oren 

Hierna bekijk je beide oortjes. Ze horen schoon te zijn met minimaal oorsmeer. Je hoeft de oortjes niet zelf schoon te maken of schoon te houden. Gezonde katten met gezonde oren regelen dit zelf door middel van oorsmeer. Kijk ook goed of er niet een oortje naar beneden hangt. Of dat je kat er overmatig aan krabt of schudt met de kop. Krabben kun je ook herkennen door kale plekken rond de oortjes. Hou dus ook de omgeving van de oortjes in de gaten. Oortjes hebben altijd een bepaalde geur, maar mogen niet stinken. 

4. Huid & vacht  

Gezond gewicht 

Het is belangrijk dat jouw kat een gezond gewicht heeft. Veel katten zijn te zwaar en dit kan zorgen voor gezondheidsproblemen als diabetes en artrose. Voel over de ribbetjes van je kat. Deze moeten voelbaar zijn bij lichte druk. Daarnaast mag de kat niet te veel buikvet hebben. De buik moet soepel voelen en niet dik ogen. Overleg met je dierenarts als je twijfelt. Het kan lastig zijn om katten te laten afvallen. Dus voorkomen is beter dan genezen.  

Vacht en Huid 

Je kunt het vachtje en de huid checken door alles af te gaan met je handen. Dit kan gemakkelijk tijdens het aaien. Daarbij controleer je op bultjes, wondjes, warmtes of diktes. Kijk ook bij de kat of deze ongemakkelijk is of er wellicht zelfs op reageert. Laat bij afwijkingen de dierenarts ernaar kijken. 

Teken en Vlooien 

Controleer je kat op teken en vlooien. Of behandel je kat preventief als zij buiten komt. Let hierbij op schilfers, roodheid, zwarte puntjes of zelfs lopende beestjes. Vraag bij jouw dierenarts wat je het beste kunt gebruiken om deze beestjes tegen te gaan. Ze kunnen ziektes overbrengen en zijn vervelend voor de kat zelf. Vlooien kunnen daarnaast ook een allergie veroorzaken en hier kan je kat nog meer klachten van krijgen. Belangrijk om je pluizenbol dus tijdig te behandelen. Teken zijn gelukkig makkelijk door jou te verwijderen met een tekenpen, mocht er toch een teek zich vast hebben gebeten in de huid van je kat.  

5. Pootjes & kontje 

Pootjes 

Als laatste controleren we de pootjes van de kat. Let hierbij goed op de voetzooltjes en nagels. De voetzooltjes kunnen beschadigd zijn. Maar ze horen mooi roze of gepigmenteerd te zijn.  

Nagels 

De meeste katten slijten zelf hun nagels, eventueel aan een krabpaal of buiten tegen een boom. Daardoor is het vaak niet nodig ze te knippen. Zijn ze wel te lang of te scherp? Dan zou je hier een klein puntje vanaf kunnen knippen. Bij oudere katten kunnen de nagels rond gaan groeien. Controleer dit op tijd, dit kan nare ontstekingen veroorzaken. Bij twijfel kun je de nageltjes bij de dierenarts laten controleren als je toch langsgaat voor een controle.

Staart en anus  

Tot slot bekijk je de omgeving van de staart en de anus. Let daarbij vooral op de omgeving of hier geen bulten of wondjes zitten. De huid hoort roze te zijn en bijvoorbeeld niet rood van kleur. De staart hoort vrij te kunnen bewegen en niet pijnlijk wanneer je deze aanraakt of beweegt. Wees ook alert op kale plekken of wondjes.  

Hoe lief je kat ook is, het is niet verstandig om zelf de temperatuur op te meten tenzij je hier veel ervaring mee hebt. Katten kunnen zich fors aanspannen en daardoor kan de thermometer niet verder. Daarnaast vinden de meesten katten dit geen leuke activiteit en je wilt met dit onderzoekje juist geen stress veroorzaken voor je kat. Meestal wordt de temperatuur door de dierenarts opgemeten, dus laat dit vooral aan hen over.  

Goed om te weten 

Met deze Kattencontrole willen we je graag op een makkelijke manier enkele basisvaardigheden leren om je pluizenbol regelmatig te checken. Met deze 5 stappen is de Kattencontrole niet helemaal compleet. Het luisteren naar het hart en het navoelen van de pols laten we graag over aan de veterinaire professionals. Natuurlijk kan jouw dierenarts altijd de beste inschatting maken van de gezondheid van jouw kat.